Victor de Pous

Recht voor een nationale informatie­samenleving

Plaats- en tijdonafhankelijk handelen door informatie- en communicatietechnologie (ict) altijd en overal vormt de blijvende macrotrend in de informatiemaatschappij van de 21ste eeuw. Informatieverwerking krijgt een meer dynamisch en grensoverschrijdend karakter, wat allerlei aantrekkelijke persoonlijke toepassingen en commerciële kansen ontsluit. Tegelijk levert de mens door uitbesteding verschillende vormen van controle en zelfbeschikking in. Algemeen bezien wordt hij nog afhankelijker van de informatiet­echniek en van leveranciers en neemt zijn kwetsbaarheid verder toe. Zonder ict staat immers alles stil. Dat geldt tevens voor bedrijven, overheidsorganisaties en de samenleving als geheel.

De prangende vraag luidt: wat voor type informatiesamenleving willen we eigenlijk? Is er een centraal uitgangspunt en hoe ziet vervolgens het corresponderend rechtskader er uit? Zijn we bijvoorbeeld voorstander van stevige rechten op privacy, anonimiteit en ‘vergetelheid’? Welke rechten voor gebruikers van digitale producten en diensten zijn redelijk? Mag Nederlandse overheidsinformatie in het buitenland worden verwerkt? Hoe loopt de scheidslijn tussen de verantwoordelijkheid van de publieke sector voor de digitale infrastructuur en die van burgers en bedrijfsleven? Leidt de onver­mijde­lijke komst van ubiquitous computing en de verregaande robotisering tot juridische piket­palen voor de inzet van kunstmatige intelligentie?

Eén zaak is helder. De up-to-date samenleving vraagt om geavanceerde en structurele benadering van de rechtskaders voor de vraaggestuurde beschikbaarheid van robuuste, veilige en interoperabele digitale technologie – infrastructuur, producten en diensten – in het licht van de kernwaarden van de mens in zijn sociale context. We moeten ons thuis voelen in onze informatiemaatschappij.

Toekomstbeeld

Mensen, vooral in het Nederland met haar volprezen kenniswerkers, verrichten hun noeste arbeid, in groten getale op basis van zelfstandigheid, in losse samenwerkingsverbanden en op de plaats waar ze zich feitelijk bevinden. Werken in loondienst, dus op grond van een arbeidsovereenkomst, behoort tot een juridische minderheid. De meesten in Nederland voeren hun economische activiteiten uit op basis van overeenkomsten tot opdracht of andere samenwerkingsvormen. Kantoren hebben al jaren geen ‘muren’ meer. Werk en privé lopen structureel, maar ongestructureerd door elkaar. De juridische waterscheiding tussen iemand die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf of als consument in het burgerlijk recht is vervallen. In Nederland betekent noch dat de kenniswerker per se voor opdrachtgevers binnen onze landsgrenzen werkt, noch dat de kennis­werker ondernemer is in de zin van de Nederlandse belastingwetgeving. Veelvuldig is buitenlands recht op de rechtsverhouding tussen kenniswerker en opdrachtgever van toepassing.

Harde pecunia verdwijnen langzaam maar zeker. De productie van voedsel en andere goederen, maar ook transport en logistiek evenals marketing en verkoop betreffen verregaand geautomatiseerde bedrijfsprocessen, mede dankzij intelligente informatiesystemen, machines en robots. Management vraagt nauwelijks nog om personele inzet.

Triljoenen sensors communiceren met elkaar. Hierdoor ontstaat het Internet of Things, een netwerk van identificeerbare unieke objecten. Onderdelen, producten, bankbiljetten, kleding, voedsel en verpakkingen voorzien van allerhande RFID tags, voor legio toepassingen.1 Maar ook op andere wijzen is ubiquitous of pervasive computing2 een feit. Bij intelligente gebouwen, woningen incluis, en bijvoorbeeld in de zorg, vervoer, handel, transport, publieke sector.

Cloud computing, ofwel everything-as-a-service, domineert als het preferente leveringsmodel voor informatie- en communicatietechnologie. Softwarecode en informatie bevinden zich ergens in datacenters en zijn door virtualisatietechnieken losgekoppeld van de fysieke computerapparatuur en worden op afroep, elastisch schaalbaar en zonder menselijke tussenkomst, als dienst geleverd.3 In wisselende samen­stelling zorgen gekoppelde datacenters voor de ‘vloeibare’ gegevensverwerking. De elektronische diensten faciliteren bij uitstek de wens van de mens om plaats- en tijd­onafhankelijk te handelen in zijn wisselende hoedanigheid van burger, werker, consument, patiënt, enzovoort. Uiteindelijk speelt cloud computing zich onzichtbaar, vaak grenze­loos en at the speed of light af, gegrond op de basisgedachte dat the network is the computer, waardoor information at your fingertips, everywhere, everytime mogelijk wordt.

Toekomstbeschouwing

Een winkel anno 2020. Iemand betaalt enkele boodschappen cash en beschikt kennelijk niet over een elektronische klantenkaart.4 Alarmbellen gaan af. Camera’s zoomen automatisch in op het gezicht dat ogenblikkelijk wordt gematched met een databank met daarin opgeslagen alle registreerde klanten. Wie is deze klant in vredesnaam? In de openbare ruimte, gewoon op straat, registreerde camera’s van de gemeente de persoon al eerder.

Privacy by Design5 heeft het niet gehaald en een (grond)recht om vergeten te worden6 ook niet. Anonimiteit oogt primair verdacht. Daarentegen vormt de controlesamenleving hèt beleids­matige uitgangspunt in Europees perspectief. De mens is domweg zijn elektronische schaduwbeeld7 geworden, want nagenoeg àlle handelingen – dus niet alleen de rechtshandeling – krijgen auto­matisch elektronisch beslag. Wettelijke bewaarverplichtingen schrijven een minimale termijn voor van tien jaar, voor wat voor soort informatie dan ook. Zo wordt sinds 1 januari 2015 ‘verdacht’ gedrag van passagiers aan boord van een vliegtuig herkend en opgeslagen.8 De Europese Unie heeft in navolging van de Verenigde Staten wettelijk bepaald dat op alle vluchten naar en vanuit een lidstaat een informatiesysteem beelden, geluiden en geuren permanent analy­seert.9 Bij onraad ontvangt de cockpitbemanning een waarschuwing en veiligheidsdiensten kijken de hele vlucht mee.

De wetgever geeft al twee decennia lang blijk van een enigszins dubbele moraal. De burger als consument verdient kennelijk in schier onbeperkte mate èxtra bescherming tegen de boze entrepreneur, terwijl de rechtspositie van de burger (als burger) tegenover overheidsorganisaties op grond van vermeende veiligheid behoorlijk is uitgehold. Bovendien liegen computers niet. Het bestuurs-recht bepaalt dat de informatiesystemen van overheidsorganisaties by default gelijk hebben. Hoewel tegenbewijs mogelijk is, betreft deze actie praktisch bezien een mer-à-boire.10

De verregaande bewaarverplichtingen voor het bedrijfsleven, het corresponderende en eveneens verregaande inzagerecht van de overheid en de generieke inzet van Schleppnetzfahndung11 hebben samen voor de definitieve teloorgang van een essentieel rechtsbeginsel gezorgd. Niemand was vroeger ‘zomaar,’ per definitie, een verdachte. In onze rechtsstaat geldt weliswaar nog altijd dat uitsluitend degene als verdachte wordt aangemerkt, “te wiens aanzien uit feiten of omstandig­heden een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeit,”12 maar feitelijk doen overheidsorganisaties twenty four times seven veelomvattend onderzoek naar de handel en wandel van alle burgers, inwoners en anderen. De onschuldpresumptie van ons strafrecht is daarmee verdwenen. Het leidmotief luidt kinderlijk: “wie niets te verbergen heeft, heeft niets te vrezen.” 13 Daarmee wordt bovendien de essentie van het grondrecht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer miskend. Privacy is mede een ethische waarde, die een essentieel onderdeel uitmaakt van het welzijn van de mens.

Ook bedrijven willen doorgaans over zo veel mogelijk gegevens beschikken. Vooral persoons­gegevens14 zijn in zwang: van klanten, prospects en opdrachtnemers. Historische en actuele gegevens, soms het liefst in real-time. De wetgever heeft echter juridische drempels opgeworpen, maar die verdwijnen als sneeuw voor de zon door het verlenen van toestemming van de afnemer als tegenprestatie voor korting of een gratis dienst. Langs deze weg zakte privacy af tot een mensenrecht waarvoor de afnemer gewoon betaalt. Wie niet betaalt, krijgt te maken met intensieve behavioural targeting, een reclametechniek die mogelijk wordt door het elektronisch (op Internet, of via een smartphone of tablet en bijvoorbeeld via de OV-chipkaart) volgen van mensen en het continue analyseren van hun gedrag.

Ondertussen managen intelligente, lerende systemen de handel. Van de flash crash op 6 mei 2010 hebben we niet geleerd.15 Toen verloren Amerikaanse aandelenbeurzen in een half uur 700 miljard dollar. In veel sectoren maken computers de beslissingen, en dus de dienst uit, gebaseerd op geavanceerde algo­ritmes die weliswaar door mensen zijn ontwikkeld, maar waarvan de werking ons niet langer bekend is.

Opdoemende elektronische snelwegen

Hoewel de oubollige metafoor van de elektronische snelweg mogelijk uit 1983 stamt, introduceert senator Al Gore in 1991 de information superhighway bij politiek en openbaar bestuur door middel van de High Performance Computing and Communication Act of 1991.16 Op basis daarvan ontwikkelt de regering Clinton, thans met Gore als vicepresident, nieuw telecommunicatiebeleid dat gericht is op de totstandkoming van de National Information Infrastructure. Kort gezegd, een geavanceerd web van publieke en private communicatienetwerken, interactieve diensten, interoperabele apparatuur en software, computers, databanken en consumentenelektronica, met als doel om, zoals Microsoft CEO Bill Gates het in 1994 zou verwoorden, information at your fingertips, grootschalig en maatschappijbreed mogelijk te maken.17

At the center of this will be the idea of digital convergence. That is, taking all the information – books, catalogs, shopping approaches, professional advice, art, movies – and taking those things in their digital form, ones and zeroes, and being able to provide them on demand on a device looking like a TV, a small device you carry around, or what the PC will evolve into.

De ontwikkelingen in Washington DC, vormden in andere landen aanleiding eveneens beleid terzake te ontwikkelen. Zo ontvangt de Europese Raad op 26 mei 1994 het rapport Europe and the global information society van Europees commissaris Bangemann en wordt bij ons in de Troonrede van hetzelfde jaar voor het eerst over “digitale snelwegen” gesproken. Een nationaal actieplan ziet later dat jaar het licht. Daarin laat de regering het initiatief voornamelijk over aan de markt, die moet zorgen voor de aanleg en de toepassingsmogelijkheden van deze infrastructuur. De overheid houdt zich – slechts – bezig met regelgevende kaders, die als randvoorwaarden functioneren. In het plan wordt voorgesteld een wettelijk en materieel raamwerk te creëren dat een commercieel en bestuurlijk belangrijke infrastructuur van interactieve communicatie mogelijk maakt:18

Opmerkelijk is de beoogde dubbelrol van de publieke sector, met haar grosso modo 1.600 organisaties, als geconsolideerde ict-grootgebruiker èn marktstimulator. Daarover constateerden we eerder19 en nu samen met de Algemene Rekenkamer dat het om geheel gescheiden beleids­terreinen gaat, waarvoor (het procurementbeleid) het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, respectievelijk (het marktbeleid) het ministerie van Economische Zaken, Innovatie en Landbouw verantwoordelijk is.20

Legislatieve trends

Wie aan het begin van het tweede decennium van de 21ste eeuw de juridische balans opmaakt, constateert ogenblikkelijk dat de tijd niet stil gestaan heeft. In ieder geval hebben we aan legislatieve rechtsregels in het domein van informatietechnologie en elektronische snelwegen in Europa geen gebrek. Alles wat zelfs maar neigt naar digitale technologie verdient blijkbaar extra wettelijke regels.21 De reden daarvoor is gelegen in het feit dat zowel de communautaire wetgever als haar Nederlandse pendant juridische codering als ontstaansfactor voor de informatiemaatschappij beschouwt. We kennen nu speciale regels voor de rechtsbescherming van softwaretechnologie, topografieën van halfgeleiderproducten (micro-elektronische chips dus) en elektronische data­banken. Verder is het auteursrecht met het oog op de informatiemaatschappij aangepast evenals het bestuursrecht, het strafrecht en de strafvordering.

Ook in het domein van marketing- en zakendoen-op-afstand grepen de wetgevers juridisch in. Zo zijn er allerlei voorschriften, waaronder informatieplichten, waaraan websites van bedrijven moeten voldoen, kunnen we gebruik maken van twee soorten elektronische handtekeningen met daaraan gekoppelde juridische consequenties en is het versturen van commerciële emailberichten (spam) – zowel in de consumentenmarkt als in het zakelijke segment – tegenwoordig in Nederland strak aan banden gelegd.

Nieuwe majeure legislatieve operaties liggen in het verschiet, mede als onderdeel van brede poli­tieke agenda’s. Na Europa22 in september 2010, kent Nederland sinds kort haar eigen strategische digitale agenda.23 Trends in wetgeving voor de informatiemaatschappij laten zich, zowel terug- als vooruitkijkend, als volgt samenvatten:

Talloze transformaties

De bijna vergeten Alvin Toffler zag het destijds, toen er nog geen hausse aan zelfbenoemde goeroes was, scherp. De gezaghebbende futuroloog betoogde in 1980 in The Third Wave dat de wereld na de landbouw en de industrialisatie, dankzij ict aan de vooravond staat van een nieuwe ontwikkelingsgolf.24 De Amerikaan voorspelde dat mensen, op basis van telecommuting, in het electronic cottage van de toekomst gaan consumeren en produceren.

Inmiddels volgen technologische en sectorale ontwikkelingen elkaar in hoog tempo op. De elektronische technologiemarkten25 zijn heterogeen en kenmerken zich door een hoge dynamiek. Speelvelden veranderen niet alleen door een onuitputtelijke reeks elektronische vindingen. Ook zien we continue bedrijfsmatige ontwikkelingen: het ontstaan van nieuwe zakelijke modellen, combinaties van oude en nieuwe modellen, de oprichting van talloze start-ups en het grote aantal fusies en overnames.

Maar dat de gevolgen daarvan slechts ten dele positief zijn, realiseert iedereen zich nog altijd niet. De zo geprezen technologie heeft namelijk een mogelijk even ontwrichtend als innovatief karakter. De brede en laagdrempelige beschikbaarheid van Internet zette de laatste vijftien jaar ondernemerschap in veel sectoren op zijn kop. Van de muziekindustrie tot de reisbranche.26 Deze fnuikende lijn zal zich mede door de gestage opkomst van cloud-computingdiensten ontegen­zeggelijk voortzetten.

Rechtsnormen zijn eveneens aan verandering onderhevig en in het kader van digitale technologie en de informatiemaatschappij dikwijls vóórdat de gevolgen van een bepaalde informatietechniek voldoende zijn uitgekristalliseerd. Naast het ontstaan van de Codex Informatica – het ‘blok’ speciale wetgeving voor digitale technologie en de informatiemaatschappij – observeren we enkele andere, opmerkelijke legislatieve veranderingen:

Fundamentele en andere keuzes

In navolging van Frankrijk, Engeland en Duitsland heeft de Nederlandse regering in 2011 bij monde van vicepremier Verhagen, gezegd dat de multiculturele samenleving is mislukt. De Duitse bonds­kanselier sprak het jaar ervoor zelfs over “volkomen mislukt.” Gastarbeiders zijn niet weggegaan, maar integreerden ook niet.32 Volgens Verhagen voelen Nederlanders zich niet meer thuis in eigen land en ook allochtonen hebben het hier niet echt naar hun zin. “Nederland is verwaterd.”33 Achteraf sluiten de regeringsleiders de rijen. De eigen, nationale normen en waarden behoren te prevaleren. Vreemdelingen, van expat tot pensionado, moeten inburgeren, inclusief het leren van de taal.34 Eén identiteit, luidt het devies om sociale cohesie te bereiken.

Hoewel de facetten van een informatiemaatschappij anders zijn, bewijst een analogie met de multiculturele samenleving wellicht een dienst. Mislukken is natuurlijk geen optie, omdat mislukking de facto het einde van Nederland betekent. Economische ontwikkeling, innovatie en welvaart; vrijwel alles, nagenoeg in iedere bedrijfstak, overheidsdomein of privéomgeving, wordt tegenwoordig rechtstreeks in relatie gebracht met de beschikbaarheid van ict. De gedachte dat mensen zich in de informatiemaatschappij ‘thuis moeten voelen’ en, hiermee samenhangend, dat ze tevens met een dergelijke samenleving vertrouwd zijn, is zo gek nog niet. Het welzijn van de mens centraal. Kunnen we dat juridisch kaderen?

Waarschijnlijk werd het begrip welzijn voor het eerst in wetgeving in formele zin geïntroduceerd door de Arbeidsomstandighedenwet, die per 1 januari 1983, gefaseerd, onder meer de verouderde Veiligheidswet van 1934 verving. Naast de veiligheid en de gezondheid van werknemers, behoort de werkgever tevens voor het ‘welzijn’ van zijn personeel te zorgen, hoewel er ook sprake is van samenwerking. Kort gezegd, een zorgplicht om vooral werkdruk te binnen de perken te houden en stress te voorkomen.

De wetgever zou bij de organisatie en de inrichting van de informatiemaatschappij op de aspecten van algemene zorg voor het welzijn van haar burgers in verband met digitalisering kunnen letten. Sterker nog, uit de negatieve ervaringen met de multiculturele samenleving volgt dat de regering zich behoort in te zetten voor duidelijke nationale normen en waarden voor de informatiemaatschappij ‘in Nederland.’ ondanks alle onvermijdelijke, uiteenlopende internationale dimensies. Het ijkpunt wordt dan Fitting the information society to its people and national identity.35

Met al het wetgevingsgeweld uit de Europese Unie en het genoegzaam aangehaalde ‘platte’ karakter van de wereld aan het begin van de nieuwe eeuw,36 lijkt een eigen nationale, maatschappelijke elektro­nische identiteit – die mede tot uitdrukking komt in het rechtskader – op het eerste gezicht weinig zinvol of wellicht buiten bereik. Toch is Nederland nog altijd een soevereine staat met een eigen rechtsmacht. Bovendien valt er daadwerkelijk wat te kiezen, zelfs heel wat. Fundamenteel en minder fundamenteel. Alle keuzes dragen in beginsel bij aan de nationale identiteit van een informatiemaatschappij.37

Voor een gezonde ontwikkeling van onze informatiemaatschappij is echter van groot belang, dat we de pro- en contradebatten op rationele gronden voeren en technologie en leveranciers zorg­vuldig op merites beoordelen. In het ict-domein zagen we eerder – onder meer in relatie tot open source software38 – dat emotie en botsende meningen zelden tot waarheidsvinding en gedegen beleids­maatregelen leiden. Enkele, meer fundamentele vraagstukken die mijns inziens bij voorkeur op korte termijn juridisch-politieke regeringsbesluiten verlangen, zijn de volgende:

Mr. V.A. de Pous is sinds zijn studie Nederlands recht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam (1983) werkzaam als zelfstandig bedrijfsjurist en industrie-analist in het domein digitale technologie en de informatiemaatschappij.49

1 http://nl.wikipedia.org/wiki/Radio_frequency_identification#Lijst_van_toepassingen

2 http://en.wikipedia.org/wiki/Ubiquitous_computing

3 http://csrc.nist.gov/groups/SNS/cloud-computing/

4 Neem de bonuskaart van Albert Hein. De aankoop van coffee cups van het merk Nespresso kan echter nu al niet anoniem, zonder lidmaatschap, plaatsvinden.

5 http://www.cbpweb.nl/Pages/th_pbd_start.aspx

6 Eurocommissaris Kroes lijkt zich hiervoor sterk te maken bij de herziening van de privacyrichtlijn, waarvan we de blauwdruk nog dit jaar (2011) te zien krijgen.
http://www.reuters.com/article/2011/03/17/us-eu-internet-privacy-idUSTRE72G48Z20110317

7 In de jaren zeventig van de vorige eeuw begonnen sommigen onder ons zich zorgen te maken over het ontstaan van een administratief schaduwbeeld door het koppelen van bestanden. Je kunt zeggen dat dit vooral betrekking heeft op de registratie van transacties.

8 http://neoconopticon.wordpress.com/tag/behavioural-analysis/

9 Intelligente software zorgt er voor dat de alarmbel niet rinkelt bij luchtreizigers met vliegangst of voedselvergiftiging. Dat geldt eveneens ten aanzien van passagiers die onrustig slapen, met hun handen praten, fel discussiëren of van huis uit flink zweten.

10 Een soortgelijke situatie doet zich overigens ook in de private sector voor door middel van bewijsovereenkomsten.

11 Van oorsprong een Duits juridisch begrip, vastgelegd in § 163d Strafprozessordnung. Is echter een algemene term geworden voor een bijzondere opsporingsmethode door de inzet van matching van en data mining in databestanden met persoonsgegevens van in beginsel niet-verdachte personen.

12 Artikel 27, lid 1 Wetboek van Strafvordering.

13 Tweedekamerlid voor de VVD, Fred Teeven – thans (2011) staatssecretaris van Veiligheid en Justitie – sprak deze drogreden nog eens, in 2008, nadrukkelijk in het parlement uit tijdens de behandeling van wetsvoorstel voor de implementatie van de Europese richtlijn datarententie. En Rob de Nijs zette Nederland op het verkeerde been door in een tv-reclamespotje van de banken te stellen: “Ze mogen alles van me weten, behalve m’n pincode.”

14 Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon, aldus de Wet bescherming persoonsgegevens.

15 http://en.wikipedia.org/wiki/2010_Flash_Crash

16 http://en.wikipedia.org/wiki/High_Performance_Computing_and_Communication_Act_of_1991

17 De slogan Putting information at your fingertips stamt waarschijnlijk uit de jaren zeventig en werd gebruikt door de Information Industry Association.
http://spectrum.ieee.org/computing/software/information-at-your-fingertips

18 Opgesomde taken van de overheid in Nationaal Actieprogramma Elektronische Snelwegen, 1994.

19 V.A. de Pous, Zakendoen met de overheid: Public procurement voor ICT-leveranciers, 2010.

20 Algemene Rekenkamer, Open standaarden en open source software bij de rijksoverheid, 2011.
http://www.rekenkamer.nl/Actueel/Onderzoeksrapporten/Introducties/2011/03/Open_standaarden_en_opensourcesoftware_bij_de_rijksoverheid.

21 Daarnaast zijn er talloze contracten en algemene voorwaarden en is er omvangrijke hoeveelheid ict-rechtspraak ontstaan. Over privacy tot domeinnamen. Zie ook V.A. de Pous, Recht op elektronische technologie 1983-2008, rapport in opdracht van GBO.Overheid (thans Logius) geschreven, opgenomen in Eerlijk zullen we alles delen: verkenningen naar interoperabiliteit (Sander Zwienink en Pieter Wisse, samenstellers, GBO.Overheid/Bureau Forum Standaardisatie, 2008).

22 http://ec.europa.eu/information_society/digital-agenda/index_en.htm

23 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ict/digitale-agenda-in-beeld?ns_campaign=Economie_en_ondernemen&ro_adgrp=ICT-Digitale_agenda&ns_mchannel=sea&ns_source=google&ns_linkname=%2Bdigitale%20%2Bagenda&ns_fee=0.00

24 Alvin Toffler, The Third Wave, (William Morrow, 1980).

25 Door de Amerikaanse marktonderzoeker Gartner geschat in 2011 op ongeveer 3.600 miljard dollar.
http://www.gartner.com/DisplayDocument?doc_cd=212180&ref=g_reghm

26 In het straatbeeld van Amerikaanse steden zijn reisbureaus, platenzaken en nu ook boekwinkels vrijwel volledig verdwenen. Boeken worden niet alleen online verkocht, vorig jaar verkocht Amazone voor het eerst meer e-books dan papieren boeken.
http://www.wired.com/epicenter/2010/07/amazon-more-e-books-than-hardcovers/

27 Wet van 3 juli 1989, houdende administratiefrechtelijke afdoening van inbreuken op bepaalde verkeersvoorschriften.

28 We komen het instrument van de bestuurlijke (administratiefrechtelijke) boete voor wetsovertredingen ook tegen bij toezichthouders, zoals het College Bescherming Persoonsgegevens (op grond van de privacywetgeving) en het College van OPTA (op grond van telecommunicatiewetgeving).

29 Veel verzet is er eind jaren tachtig kennelijk niet geweest, wellicht mede omdat dit het pre-Internet tijdperk betreft. Nu de vorige minister van justitie aan Officieren van Justitie, zonder tussenkomst van rechters, de bevoegdheid wilde geven om websites uit de lucht te halen, zien we wel verzet.
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/persberichten/2010/07/28/hirsch-ballin-versterkt-aanpak-computercriminaliteit.html

30 In 1982 stelde ik de vraag “Moet de ‘computerconsument’ worden beschouwd als de economisch zwakkere partij, die extra bescherming verdient?” V.A. de Pous, Computerrecht, 1982. Wetgevers en consumentenorganisaties vinden van wel.

31 Soortgelijke discussies hebben eerder plaatsgevonden over de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens.
http://www.cbpweb.nl/Pages/adv_z2011-00044.aspx

32 http://vorige.nrc.nl/buitenland/article2632571.ece/Merkel_multiculturele_samenleving_mislukt

33 http://www.ad.nl/ad/nl/3042/Rutte-I/article/detail/1890101/2011/02/15/Verhagen-Multiculturele-samenleving-mislukt.dhtml?redirected

34 Opmerkelijk in dit verband is dat de staat California juist hoe langer hoe meer tweetalig wordt. Engels en Spaans.

35 Eigen formulering. Vergelijk het leidende ergonomische principe Fitting the job to the worker.

36 Thomas Friedman, The World Is Flat: A Brief History of the Twenty-First Century, (Farrar, Straus and Giroux, 2005).

37 Dat gebeurt al. Zo rekte de Nederlandse wetgever in 2004 de consumentenbescherming tegen spam op tot de zakelijke markt, ondanks de omstandigheid dat de Europese Unie deze wijziging van het telecommunicatierecht niet voorschreef. Ander voor­beeld. Het Nederlandse gokverbod op Internet (dus het aanbieden gericht op spelers in Nederland) gaat waarschijnlijk op de schop. Nog een voorbeeld. Frankijk sluit mensen na three strikes (het plegen van strafbare feiten ter zake) uit van toegang tot Internet; de Nederlandse regering is daar geen voorstander van.

38 Zie voor een recent overzicht van misvattingen over open source software en oneigenlijke tegenstelling in dit domein Victor de Pous, Open source software and public policy, 2011. Zie ook het andere hoofdstuk van de auteur in deze bundel.

39 Het kabinet stimuleert het gebruik van open data als middel om nieuwe producten te ontwikkelen. Daarom moeten overheden zoveel mogelijk informatie beschikbaar stellen. Ook moet iedereen de informatie eenvoudig kunnen hergebruiken en door­ontwikkelen
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ict/open-data-en-open-standaarden

40 In brede zin, zoals verwoord in de Wet bescherming persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens.

41 http://en.wikipedia.org/wiki/Three_Laws_of_Robotics

42 Iemand die vandaag bij de Nederlandse Spoorwegen aan het loket een treinkaartje cash koopt, reist in beginsel anoniem, hoewel hij wel verplicht is een geldig identiteitsbewijs bij zich te hebben en in voorkomende situaties het te tonen. Wie online een kaartje koopt, kan dat niet anoniem doen, omdat er sprake is van een online-transactie via een bank. Bovendien staat zijn naam op het (afgedrukte) kaartje. Hij reist dus niet anoniem.

43 Dirk Schravendeel en Steven Luitjens, Een intelligente, geen alwetende overheid: Het beleid achter Stroomlijning Basisgegevens, Handreiking #1, 2002.

44 Intellectuele eigendomsrechten normeren mede gebruiksrechten. Rechten voor gebruikers zijn breder en bevatten bijvoorbeeld waarborgen en zekerheden, zoals garanties en vrijwaringen.

45 The Danger of E-books.
http://www.stallman.org/articles/ebooks.pdf

46 http://en.wikipedia.org/wiki/USA_PATRIOT_Act

47 Op 15 november 2007 nam de regering van Nova Scotia wetgeving aan om Nova Scotians’ persoonsgegevens te beschermen tegen de gevolgen van de US PATRIOT Act.
http://www.gov.ns.ca/news/details.asp?id=20061115005

48 http://webwereld.nl/nieuws/107156/amerika-graait-in-europese-clouddata.html

49 De auteur sloot zijn manuscript voor dit hoofdstuk af op 30 juni 2011.